-
4 oktober 2013 om 09:44 #998
Mocht afgelopen zondag naar de premiere van Buitenkampers. Een film over de Indo’s die niet in de kampen van de Japanners zaten. De meest indrukwekkende film die ik in lange tijd had gezien. Mijn tante heeft hem geregisseerd, mijn neefje heeft hem gemonteerd en mijn nichtje heeft de teksten geschreven die soms wat extra uitleg geven, erg trots op hen
Hieronder een stukje van Henk Maurits over de film.Documentaire: Buitenkampers – Boekan Main, boekan main
Regie: Hetty Naaijkens-Retel Helmich, Nederland, 2013, 88 min.
Première: Nederlands Filmfestival 2013
Zoveel als er inmiddels geschreven en gezegd is over Nederlanders in
Jappenkampen, zo weinig is er tot dusver bekend over het leven van zogenaamde
‘buitenkampers’: de naar schatting tweehonderdduizend Indo’s
met gemengd bloed, die in een vijandige omgeving moesten zien te overleven
tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië. Een lacune die
nu is ingevuld door de film Buitenkampers – Boekan main, boekan main,
die in première ging op het Nederlands Filmfestival en die sinds 4 oktober
in de Nederlandse filmhuizen draait.
Filmmaakster Hetty Naaijkens-Retel Helmich, die zelf Indische wortels
heeft, selecteerde voor Buitenkampers een achttal Indische Nederlanders
die destijds tussen de 4 en 14 jaar oud waren. Gelardeerd met historische
filmbeelden uit die tijd, vertellen zij hun persoonlijke verhalen, terwijl historicus
en ‘getuige-deskundige’ Herman Bussemaker voor de historische
context zorgt. Bussemaker (78), groeide op in Nederlands-Indië en maakte
de gebeurtenissen van dichtbij mee. Hij schreef onder meer een belangwekkend
boek over de Bersiap-tijd (Bersiap! Opstand in het paradijs).
Buitenkampers bestrijkt een ruimere periode dan alleen de Bersiap-tijd. De
film begint in 1942 met de bombardementen door Japanse vliegtuigen, gevolgd
door de intocht van de Japanners en de internering van Nederlandse
militairen en burgers in kampen. De Japanisering van het onderwijs komt
aan de orde, evenals de razzia’s van de kempeitai, de gevreesde Japanse
militaire politie. Daarna volgt de omwenteling, de capitulatie van Japan,
de Bersiap-tijd en tenslotte de exodus naar Nederland. Opvallend is dat
de politionele acties volledig buiten schot blijven, maar dat is ook niet de
invalshoek van de film.
Indo’s
Het lot van de Indo’s – ooit een scheldnaam tegenwoordig eerder een
38 cogiscope 0 313 f ilm
geuzennaam – ligt Naaijkens-Retel Helmich duidelijk na aan het hart.
In 2009 maakte zij haar filmdebuut met Contractpensions – Djangan
Loepah. Een film over de circa 300.000 Indische Nederlanders die vanuit
Indonesië, al dan niet gedwongen naar Nederland emigreerden en daar
niet echt met open armen werden ontvangen in de ‘contractpensions’
waar ze werden ondergebracht. Er werd heel wat afgeklaagd in deze film:
over het verplichte assimileren, het slechte (Nederlandse) eten, de verkeerde
kleding en de soms beroerde leefomstandigheden.
Maar het staat niet in verhouding tot de zaken die in Buitenkampers aan
de orde komen. Al zijn er wel parallellen, zoals het verplichte assimileren
(Aziatisering) tijdens de Japanse bezetting (1942-1945), de discriminatie
en de beroerde leefomstandigheden van de Indische Nederlanders. Zij
kwamen tussen de wal en het schip terecht. Leefden veelal in gebroken
gezinnen, met een vader of een moeder in het kamp en de rest van de
familie daarbuiten, en hoorden met hun gespleten identiteit nergens meer
bij. Niet bij de Nederlanders in het kamp en niet bij de inlanders in de
kampong. Herman Bussemaker vertelt in de film dat de Indo’s door de
Javanen als ‘verraders’ werden gezien.
De Japanners wilden een ‘Aziatisering’ van Nederlands-Indië en dwongen
de Indo’s een keuze te maken. ‘Maar ik had een bruin vel met een
oranje hart’, zo zegt een van de geïnterviewde vrouwen heel treffend in
de film. En het Nederlandse tintje blijkt ook uit het stille verzet tegen de
Japanners, zoals de oranje ‘Afrikaantjes’ in de tuinen van de Indo’s of het
lied Zonnetje gaat van ons scheiden, dat een verzetslied werd. Naaijkens-
Retel Helmich gebruikt het lied ook heel toepasselijk bij historische beelden
van de atoombom, die het begin inluidde van de capitulatie op
15 augustus 1945.
De vreugde om de Japanse nederlaag sloeg bij de Indo’s al gauw om ontzetting toen twee dagen later Soekarno en Hatta in hun ‘Proklamasi’
Indonesië onafhankelijk verklaarden en de Indo’s opeens, net als de
Nederlanders, een ‘vijand van Indonesië’ waren. Uit oude propagandafilmpjes
van toen blijkt de haat van de pemoeda’s, de jonge Indonesische
vrijheidsstrijders, die tegen het eind van 1945 jacht begonnen te maken
op de Indo’s. Het zijn de meest schrijnende verhalen uit de film, waarin
de emoties regelmatig de overhand krijgen als er wordt teruggeblikt op de
moordpartijen, de martelingen en de vermissingen. Kinderen die zomaar
verdwijnen, een buurvrouw die in stukken wordt gehakt, vrouwen die worden
verkracht of vermoord. Gruwelijke verhalen.
Af en toe gebruikt Naaijkens in de film bewust een rustpunt, meestal een
beeld uit de natuur, om weer even op adem te komen van de gruwelen.
Die betreffen vooral de Bersiap-periode, maar minstens zo schrijnend
zijn de verhalen over de misère van de ‘buitenkampers’ tijdens de Japanse
bezetting. Terwijl wij in Nederland de Hongerwinter beleefden, hadden in
Nederlands-Indië ook de ‘buitenkampers’ kramp in hun maag van de honger
en waren zij er, naar eigen zegen, in een aantal gevallen zelfs slechter
aan toe dan de mensen in de kampen.
In die zin is Buitenkampers een eyeopener. Naaijkens-Retel Helmich heeft
een stuk geschiedenis blootgelegd dat tot dusver nog nauwelijks aandacht
heeft gekregen. Zij heeft het verborgen leed zichtbaar gemaakt aan de
hand van de getuigenissen van de kinderen van toen, die nu allemaal dik
in de zeventig zijn, maar voor wie het traumatische verleden nog steeds
niet is afgerond en verwerkt.
Henk Maurits,
freelance filmjournalist
Je moet ingelogd zijn om een reactie op dit onderwerp te kunnen geven.