De uitdaging

Linda Gezin

Ze komen thuis met een briefje. Max laat het daarbij, anti-lope(r) als hij is. Luuk vindt de wandelvierdaagse wél interessant, al is hij als groepnuller in mijn ogen ongeschikt om 4 avonden zijn benen uit zijn lijf te lopen. Wanneer het onderdeel ‘medaille’ ter sprake komt, heb ik opeens weer de volle aandacht van Max. Die medaille moet hij hebben!

Vanaf dat moment wil Max meedoen. Ik aarzel. Zie beren op de weg van avondeten, slapen, zware benen en gejank. Maar papa ziet hier de uitgelezen kans om eens wat doorzettingsvermogen aan te leren. Afzien, pijn, en dan de zoete smaak van de overwinning. Dat zal hem leren. Prima, zeg ik, dan mag jij het doen. Prima, zegt hij. Totdat hij op maandag een andere schoolklus blijkt te hebben. Ook toevallig om 18:00u… De optie om met peuter in de buggy twee hangkleuters achter mij aan te slepen in de regen wuif ik lachend weg. Op dinsdag hebben we geen tijd. Op woensdag ook niet. Op donderdag hoop ik dat Max het is vergeten. De medaille kan immers toch niet meer worden gehaald, denk ik. Maar onthouden is zijn gave, en zo zitten we om 17:00u achter de piepers, en rijden we gezellig met z’n allen ons onheil tegemoet. Terwijl we naar het terrein lopen, vraagt Luuk hijgend: ‘is dit de avond vierdaagse?’ Mijn hart knijpt zich samen bij de gedachte wat er nog komen zal.

Nog voor we vertrekken, hebben ze allebei al 3 keer gevochten en gehuild. Kyan wil niet meer in de rugdrager en ik wil naar huis. Om 18:20u vertrekken we toch, en 5 minuten lang zijn we zeer aangenaam verrast door het hoge tempo van onze jongetjes. We rennen achter ze aan, en hopen om 19:00u weer thuis te zijn. Totdat Max valt en leeg bloedt. Denkt hij. Een half uur hangt hij brullend aan onze armen. Luuk zoekt solidair een andere vrije hand, en laat ons elke 10 seconden weten hoe zwaar zijn benen al wel niet zijn, en hoe zeer hij gedragen moet worden. Wij kijken elkaar aan en hebben spijt als kinderen aan ons lijf.

Na de rust keert het tij. Voor Max. Hij vindt vriendjes en huppelt als een hinde. Wij halen alles uit onze tenen om Luuk bij de finish te krijgen. Kyan moet opgebeurd worden (ook figuurlijk) en we zijn dankbaar voor alle koeien en paarden langs onze landelijke wandelroute. De vrolijke uitroepen in mijn oor zijn pijnlijk maar toch stukken beter dan het dwarse geloei van daarvoor.

Zeer opgelucht bereiken we het beginpunt. Dit nooit weer. Denk ik. Ik sluit Max in mijn armen, blij dat hij en wij dit hebben doorstaan.
‘Mag ik morgen weer?’
Even is daar verbijstering. Hevig balen. Maar dan word ik toch trots! ‘Papa, je mag morgen weer!’
Met leedvermaak zwaai ik ze vrijdag uit. Maar als ik om 21:00u eindelijk zijn hoofd door de achterdeur zie verschijnen, versierd met een medaille, ijsresten en stralende ogen, weet ik dat de beloning de moeite meer dan waard is. Max heeft weer een levenslesje geleerd. En ik ook…

Linda is de moeder van Max (5), Luuk (4) en Kyan (2)