mama potlood snor

Puppy love

Kim Gezin

Mijn favoriete knuffel was geen tuttel, beer of konijn zoals nu bij dochterlief, maar een hond. Een echte hond welteverstaan. Een zwart-wit gevlamde cocker spaniel genaamd Flappie. Op mijn babyfoto’s zie je  Flappie, terwijl ik in mijn wippertje zit en mijn eerste stapjes zet.  Flappie had helaas niet het eeuwige leven, maar na Flappie kwamen er andere viervoetige vriendjes in huis. Allemaal cocker spaniels en allemaal net zo lief als Flappie. Die me troostten als ik verdriet had, die aangekleed en wel geduldig in mijn zelfgemaakte tent zaten en die me zelfs op school  assisteerden bij mijn eerste spreekbeurt (“Ik hou mijn spreekbeurt over cocker spaniels, dit is een echte cocker spaniel”).

Tot ik het huis uitging heb ik met  onderbrekingen van een aantal maanden, altijd honden om me heen gehad. En dat heeft gezorgd voor een onvoorwaardelijke liefde voor bijna alles wat hond is. Ja, ik ben echt een hondenmens. Geen kattenmens. Ooit heb ik 3 dagen een kat gehad. Tot hilariteit van mijn vriendinnen, want het zou een kat zijn die zich gedroeg als een hond zo was me beloofd. De ideale oplossing dacht ik, want een hond zat er helaas niet in als fulltime werkende single. Maar al snel werd duidelijk dat de kat geen hond was (een hond krabt je niet en een hond blijft niet arrogant liggen op de bank als je thuiskomt) en ik geen kattenmoeder. Dus einde avontuur voor kat en mij.

Ook nu nog zou ik het liefst een hond willen hebben. Maar ja, als je allebei werkt gaat dat niet zo makkelijk. Maar gelukkig hebben mijn ouders en inmiddels ook mijn zus nog altijd honden, nog altijd cocker spaniels zelfs. Daar kan ik dus mijn hart ophalen. Maar ik niet alleen. Want mijn liefde voor honden heb ik overgedragen op Veri. Nog geen 1 jaar oud, maar inmiddels net zo gek op honden als ik. Als ik met haar naar de supermarkt loop in onze nieuwe woonplaats, zit ze in de kinderwagen te stuiteren als ze in een straal van een kilometer een hond ziet lopen. Als ze de teckel van de buren hoort blaffen, waft ze vrolijk mee. En bij de rondleiding in misschien wel haar nieuwe crèche, sprong ze bijna uit mijn armen toen ze de hond van de directrice ontdekte onder het bureau.

Tja, en dan vraag je je toch af: is die liefde voor honden nou aangeboren of heb ik haar dat al aangeleerd? Natuurlijk reageer ik altijd enthousiast als we een hond tegenkomen en blijf ik misschien net iets langer hangen als we in haar dierenprentenboek bij de hond aanbelanden dan als we bij de spin zijn. Maar toch denk ik dat haar liefde diep van binnen zit, dat ze van nature hunkert naar een blaffend beste vriendje. En als dat zo is, dan weet ik zeker dat het ondanks alle praktische zaken niet lang meer zal duren voordat haar en dan ook mijn wens vervuld zal worden. Want hoe jong ze ook is, met haar grote blauwe ogen kan ze haar vader al zo bespelen dat hij haar niets kan weigeren. Nu alleen nog even stiekem samen oefenen, zodat  “hondje” haar eerste echt woordje wordt.

Kim is de moeder Veri (geboren september 2011)