Iedere taal kent een aantal klanken, die speciaal bij die taal horen. Het leren herkennen en het leren uitspreken van die klanken noemen we spraakontwikkeling. Voor deze ontwikkeling is het belangrijk dat uw kind de spieren van lippen, tong en gehemelte goed kan bewegen en dat hij goed hoort. In de eerste drie jaar leren kinderen controle te krijgen over de verschillende spieren en leren ze luisteren, zodat ze met ongeveer drie jaar vrijwel alle klanken kunnen vormen. Alleen de s en de r vormen hier vaak een uitzondering op. Deze twee klanken hoeft een kind pas met ongeveer zes jaar goed uit te kunnen spreken.
Tussen hun derde en vijfde jaar leren kinderen de verschillende klanken te gebruiken in woorden. Eerst worden klanken in woorden vaak weggelaten of vervangen, bijvoorbeeld: fiets= piets; bloem= boem; kraan= klaan. Ook van twee of drie medeklinkers aan het begin of het eind van een woord, wordt er vaak eerst maar één uitgesproken bijvoorbeeld: stoel= toel; vliegtuig= vietuig.
Een zesjarig kind kan de klanken van een taal goed uitspreken en ze ook gebruiken in woorden.
Bron: UMC Utrecht
Tot zover even de wetenschappelijke informatie. Ook wij hebben weer te maken met een kindje dat leert praten. Anne-Lieke begint al een enorme vocabulaire te ontwikkelen, al is het soms nog wel goed luisteren geblazen.
Het is ook niet eenvoudig als haar favoriete knuffel “mevrouw konijn” veranderd van Koekasj naar Koekla. Anne-Lieke is helemaal in tranen als mama niet snapt dat haar knuffeltje nu Koekla heet en ze helemaal niet om koekjes zit te zeuren.
Ook heeft deze kleine prinses al heel goed in de gaten dat het een leuk effect geeft als je heel hard begint te huilen en dan roept “Mama, Juja daan” oftewel haar zus Julia zou haar weer eens als een levende pop behandeld hebben. Leuk joh als je zus dan flink op haar kop krijgt! Inmiddels is het dus flink opletten geblazen wat er precies wel en niet gebeurt.
Julia was er vlot bij met haar babbeltje. Op haar tweede verjaardag sprak ze in zinnetjes en nu ze vier is heeft ze een enorme woordenschat en spreekt alle klanken fantastisch uit. En iedereen lacht om haar grappige uitspraken, dus vooral doorgaan!
Het ziet er nu naar uit dat Anne-Lieke dezelfde kant op gaat, ze begint echt al kleine zinnetjes te maken. Tot nu toe gebruikt ze deze wijsheid vooral om iedereen te dirigeren. “Mama, tisie kijke” (televisie kijken) en als dit lukt dan wil ze haar toel (stoel) en een koeka (koekje).
Als ik Anne-Lieke naar bed breng dan praat ze mij maar wat graag na:
- Mama: “Slaap lekker Anne-Lieke”
- Anne-Lieke: “slaa lekku”
- Mama: “Ik hou van jou”,
- Anne-Lieke“miauw” J
En als ze weer uit bed komt, wat is het leuk dan leuk als je twee oudere zussen kunt commanderen! Zo beveelt ze haar zussen om naar school toe in het midden te mogen lopen en van beide een handje te krijgen. Onze diva….
Sandra is moeder van Charlotte ( 6), Julia (4) en Anne-Lieke (1,5) en eigenaresse van de Hippe Mama Club