mama potlood snor

De peuterpuberteit

Hippe Mama Club Peuter

De peuterpuberteit – “Ik ben twee dus ik zeg nee!”

Of “ik ben nog lang geen twee en zeg toch al nee”… Vanaf de leeftijd van anderhalf komen kinderen in de autonomiefase en gaan ze op zoek naar hun eigen wil. Dit is een zeer belangrijke fase, want willen we als ouder niet allemaal dat ons kind een sterk eigen karakter heeft en voor zijn of haar mening kan uitkomen?

De peuterpuberteit is een fase waarin een kind zijn grenzen verkent, zich losmaakt en op zoek is naar zijn eigen ik. Als dingen nog niet lukken of een kind tegen grenzen aanloopt, dan wordt hij driftig. Je kind laat zich op de grond vallen, begint te schreeuwen, slaat met zijn armen, schopt met zijn benen of bonkt met zijn hoofd tegen de muur.

Straffen, negeren en belonen
Deze drie dingen horen bij elkaar. Zorg voor een mix van straffen en belonen. Goed gedrag wordt beloond, verkeerd gedrag wordt genegeerd of bestraft met een time-out. Negeren doe je bij dingen die ongewenst maar niet heel belangrijk zijn. Is het wel belangrijk dan ga je over op een time-out.

Geef een straf of beloning altijd direct. Kleine kinderen hebben geen tijdsbesef. Als je kind in de supermarkt stout is, dan heeft het geen zin daar een uur later thuis nog voor op de gang te zetten. Een kind snapt daar niets van.

Grenzen stellen en uitleggen
Je kunt een kind alleen maar straffen als je vooraf duidelijke regels hebt gesteld. Je kunt beter benoemen wat wel mag, dan wat niet mag en leg uit waarom iets niet mag. Dus “ik wil dat je op de stoep blijft lopen, want op de straat rijden auto’s”. Als je alleen maar roept “niet op straat”, dan begrijpt een kind daar niets van. Of “Ik wil dat je op de stoel blijft zitten, want als je erop gaat staan dan kun je eraf vallen en je zeer doen”.

Afleiden
Dit werkt vooral goed bij erg jonge kinderen. Als je kind op de grond gaat stampen of met iets gooit, wijs dan bijvoorbeeld naar wat speelgoed en probeer zijn interesse daarvoor te wekken.

Time out

Een time-out geeft je kind de kans weer tot zichzelf te komen. Je kunt hiervoor de gang of het strafstoeltje gebruiken. Gebruik altijd dezelfde strafplek voor een time-out. Leg je kind altijd uit waarom hij straf krijgt. Ga hiervoor op je hurken zitten en maak oogcontact. Leg duidelijk uit waarom hij straf krijgt en breng hem rustig maar vastbesloten naar de strafplek. Komt het kind van het stoeltje af, dan breng je hem rustig terug. In het begin vraagt dit geduld, maar op den duur zal het kind de straf aanvaarden. Als de straf afgelopen is, dan neem je het voorval nog even op dezelfde manier door, op de hurken door oogcontact te maken. Geef elkaar een knuffel en dan is het klaar, kom dan ook niet meer terug op het voorval.

De duur van de straf is afhankelijk van de leeftijd, een minuut per jaar. Dus een kind van 2 jaar zet je 2 minuten op de strafplek, een kind van 3 jaar 3 minuten.

Consequent zijn en rustig blijven is het toverwoord!

Driftbui

Bij een driftbui lijkt het op korte termijn dikwijls de beste oplossing om toe te geven en bijvoorbeeld het koekje waar je kind om jengelt toch maar te geven, maar op lange termijn maakt dat het gedrag alleen maar erger, want het kind merkt dat het op die manier zijn zin krijgt.

Probeer als je kind een driftbui krijgt, omdat hij zijn zin niet krijgt steeds kalm te blijven en hem te negeren.

Als je kind om zich heen schopt en slaat, zorg dan hij zich niet kan blesseren. Verleg hem iets, of haal dingen waar hij zich aan kan blesseren weg en laat hem dan gewoon uitrazen. Negeer het gedrag. Pas als je kind weer toe lijkt te zijn om contact te maken, dan ga je hem uiteraard troosten.

Als je kind dingen gaat vernielen, dan spreek je hem streng toe en zonder je hem af op bijvoorbeeld de gang of op een strafstoeltje.

Nee!

Het favoriete woordje van veel kinderen. “Wil je de jas aan trekken? ” “NEE!”. En zo gaat het op alles. Probeer je formulering aan te passen en een boodschap te geven in plaats van een vraag te stellen. Bijvoorbeeld “Ik wil graag dat jij je jas aan gaat trekken”. Luistert je kind niet, geef de opdracht dan nog een keer. Luistert je kind nog niet, dan ga je samen met je kind alsnog de opdracht uitvoeren, zonder boos te worden. Beloon goed gedrag!

Zelluf doen!

Peuters willen graag alles zelf doen. Dit is een goede ontwikkeling, hier worden ze zelfstandig van. Probeer het geduld op te brengen om je kind dingen zelf te laten ontdekken en doen. Het bespaart veel driftbuien. Als je ziet dat het niet lukt, bied dan aan om het samen te doen.

Natuurlijk heb je ook wel eens haast. Wees dan duidelijk “mama heeft nu haast, anders komen we te laat op school. Volgende keer mag je zelf weer de jas aan doen, nu help ik even”.