meisje en moeder

B-blog

Karen Gezin

Na de blogs over m’n zwangerschap mag een’ B-blog’ oftewel bevallingsblog  eigenlijk niet ontbreken. Al is het maar omdat ik graag nauwkeurig en compleet werk aflever (zowel qua blogs als baby’s). Maar bij schrijven hoort ook dat je jezelf inleeft in de doelgroep. En ik kan me voorstellen dat er onder mijn lezers  mensen zijn die sommige details liever overslaan. Daarom voor deze bevallingsblog ‘een kwestie van kiezen’: één blog, twee versies.

Korte, schone versie
Op woensdag 23 november 2011 ben ik zonder complicaties bevallen van onze dochter June.

Lange, minder schone versie
Bevallen: weinigen zullen zeggen dat het een pretje is. En dat het pijn doet, mag toch wel als bewezen worden gesteld. Toch staat ook overal te lezen dat je, wil je de bevallende dame in kwestie steunen, beter geen medelijden kan tonen tijdens de bevalling. “Dat red ik”, dacht Peter. En natuurlijk lieten de geroutineerde verloskundige en verpleegsters ook alleen maar bemoedigende woorden los. Niets dat leek op een ‘aaah’ of ‘gossie’. Fine by me. Alleen, hoe zit het eigenlijk met henzelf? Dus de mensen die bij de bevalling betrokken zijn? Mag je daar openlijk medelijden mee hebben? Bijvoorbeeld met de wijkverloskundige, die om vier uur ’s nachts haar bed werd uitgebeld om een kwartier later onder TL-verlichting naar een verbandje te staan staren. Lijkt me niet het meest favoriete onderdeel van je werk, op -lijkt mij- ook nog het minst favoriete tijdstip van de dag. Of medelijden met Peter, toen hij in een vlaag van verstandsverbijstering zijn ring ineens weer om deed, terwijl hij op het scherm kon zien dat de volgende wee zich aandiende (behoorlijk frustrerend trouwens: “Jáááá, Karen…daar komt er weer eentje…” – kan die toon in vredesnaam wat minder enthousiast?).  De acht dagen daarna heeft de kraamverzorgster tijdens het gezamenlijk badderen van onze dochter nog kunnen zien aan welke vinger die ring hoorde te zitten. En medelijden met de verloskundige, komt dat voor? Hoewel dat geval misschien toch ook een vorm van ‘eigen schuld, dikke bult’ is geweest. Zij was tenslotte degene die vertelde dat ik mijn tanden op elkaar moest houden, waardoor ik in plaats geluid te laten ontsnappen precies op haar linkerwang spuugde. Overigens nam ze niet lang daarna wraak op haar collega, die bij het gebeuren stond te gniffelen. Want wie zegt er nou tegen een vrouw die anderhalf uur heeft geperst of haar leven ervan afhing: “Nog even een klein beetje kracht zetten voor de placenta, dame.” – Ik had namelijk geen enkel idee meer van wat er werd bedoeld met ‘een klein beetje’. Mijn enige opdracht van de laatste negentig minuten was ‘kracht, héél veel kracht’. En terwijl de verloskundige op tijd weg draaide, kon de verpleegkundige weinig anders dan de troep opvangen.  Met haar rechterwang in dit geval. Overigens verroerden ze allen geen vin; er werd voornamelijk om en om gelachen met tussendoor opmerkingen als “Ja, bijna-papa…stop die ring toch maar in je zak hè…” en “Zo, dat is alvast een bedankje van je patiënte”.  Tja, de vergelijking tussen een beetje spuug/bloed op je wang en een urenlange bevalling is misschien niet te maken. Enig verschil is dat de pijn van de bevalling altijd snel naar de achtergrond verdwijnt bij de kersverse moeder (handig geregeld door Moeder Natuur). In tegenstelling tot de gezichten van Peter, de verloskundige en de verpleegster; die staan nog wel een poosje scherp op mijn netvlies. Mét een klein beetje medelijden…of eigenlijk toch niet.

Karen is de moeder van June (geboren 23 november 2011)