Ik ben eigenlijk niet wie jullie denken dat ik ben. Ik ben namelijk geen gewone, burgerlijke, nette dame, maar, eigenlijk ben ik een zware crimineel. En dan bedoel in niet letterlijk zwaar. (Nou ja, een paar kilootjes er af kon geen kwaad), maar figuurlijk zwaar.
Zo vóelde ik me pas in ieder geval wel. Ik…., het zachtgekookt eitje, het watje…Hoe is dit zo gekomen?
Ik ging zwemmen met mijn twee jongens. Samen met de jongste wilde ik van de grote glijbaan af gaan. Eenmaal boven vond mijn kleine held het toch niet zo’n goed plan om van deze super grote glijbaan te gaan. Bij nader inzien was deze wel erg hoog en stijl. Ik heb gepraat als brugman, maar het mocht niet baten. Zoonlief wilde naar beneden. Dus er zat niets anders op. Via de akelig steile trap begonnen moeder en zoon de aftocht naar de veilige begane grond.
Maar…. opeens stond hij daar onder aan de trap. Hij, de grote, forse, zeer streng kijkende, badmeester. (Volgens mij is hij de enige op de wereld die daadwerkelijk iemand kan doden met zijn blik.) Zijn ene hand wees naar boven, richting die akelig hoge glijbaan. De andere hand zat strak in zijn linker zij geklemd. “Mevrouw, het is niet de bedoeling dat u via de trap weer naar beneden gaat! U mag gewoon, net als ieder ander, via de glijbaan naar beneden komen” Ik schrok. Verbouwereerd bleef ik staan waar ik stond. Zoonlief stevig vast houdend.
“Sorry, mijnheer, mijn zoontje durft…….” Ik kreeg de kans niet om mijn zin af te maken. “Mevrouw, het is niet de bedoeling dat u via de trap naar beneden gaat!” Zijn donkere ogen spuwde vuur! Ik stamelde: “Mmmmmmaar….” “Nee, mevrouw, dit is niet de bedoeling.” Hij bromde er ook nog iets achter aan dat hij zich mateloos irriteerde aan volwassenen die het verkeerde voorbeeld geven. “Ja mijnheer, nee mijnheer,” mompelde ik. Eigenlijk had ik iets anders uit willen spreken, maar dat durfde ik niet. Ik, het zachtgekookt eitje, het watje.
Tja, het leven van een zware crimineel gaat niet over rozen!
Wanda is de moeder van 2 jongens (7 en 9 jaar)