meisje en moeder

Knorretje

Gastblogger Gezin

Rosa’s grote liefde is een klein Knorretje, zo groot als een pakje zakdoekjes. Een ideaal formaat; het eerste wat ze als baby met haar knuistjes kon vastpakken. Hij heeft een zachtroze kleur en een snuitje waar Rosa met haar neusje tegenaan wrijft: ‘Want Knorretje is lief.’
Haar grote zus Esra heeft een groot Knorretje; gek genoeg wordt die niet Knor genoemd.

We zijn op vakantie aan de Côte d’ Azur. De Knorretjes wachten in het hotel terwijl de kinderen in hun fel roze bikini’s op het strand spelen. Esra schept zand in haar Hello Kitty emmertje. Rosa vult haar gietertje met het ijskoude water van de Middellandse    Zee en gooit het over haar zus heen. Gierend van de lach rent ze het water in, met Esra spetterend achter zich aan. ’s Avonds in bed vertelt Rosa haar Knorretje wat ze beleefd heeft en valt ze met haar knuffel in de hand in slaap.

We rijden het stuk terug naar huis in twee dagen, tot groot plezier van de meiden:
‘Hoera, nóg een keer in een hotel slapen!’
Daar is de slaapzak van Esra, de slaapzak van Rosa, het muziekje van Esra, het muziekje van Rosa, het grote Knorretje van Esra en het kleine Knorretje van Rosa…. is nergens te bekennen! De ogen van Rosa worden groot. Ik graai in de tas:
‘Je Knorretje komt eraan, hoor’.
Vier meisjesogen zoeken ijverig mee. Rosa roept:
‘Knóóóórretje!’
Esra pakt groot Knorretje en vraagt:
‘Weet jij waar klein Knorretje is? Nee? Kom maar bovenop de stoel zitten dan kun je kijken of je hem ziet. Hij is roze, net als jij. En hij ruikt naar zever’.
Ik glimlach. Esra denkt dat Knorretje in de andere tas zit en gooit de inhoud – kleren, een borstel, zonnebrand – op de grond.
‘Esra! Kijk nou wat een rotzooi. Zo vinden hem nooit’
Rosa pruilt haar lipje:
‘Nooit?’
Ik grist de spullen bijelkaar:
‘Rustig maar, we vinden hem wel. Waar is dat kleine ding nou? In de auto lag hij ook niet. We zullen hem toch niet in het hotel hebben laten liggen?’
‘IK WIL KNORRETJE!’

Een knoop in mijn maag:
‘Stil maar Rosa, mama belt het hotel en dan is Knorretje zo weer terug’.
‘Bonjour je suis Susanne Jonker. Nous…eh…parlez-vous Anglais? Non? Nous perdu – dat is vergeten, toch? – un petit porc de mon enfant. She sleeps with a little pig: knor knor!’
Esra en Rosa liggen dubbel:
‘Haha, mama doet een varkentje na!’
Na het telefoongesprek vraagt Rosa wanneer Knorretje thuiskomt. Ik word wit en zie met prikkende ogen hoe mijn kleine meisje me vol verwachting aankijkt:
‘Het spijt me; klein Knorretje is kwijt’.
Ze houdt haar adem in.
‘Misschien is hij naar het strand gegaan. Daar kun je zo fijn spelen, weet je nog?’
‘Ja! Kuilen graven!”, gilt ze enthousiast waarna ze stilvalt. Dikke tranen rollen over haar wangen:
‘MAAR IK WIL KNORRETJE’
Esra slaat een arm om haar heen:
‘Je mag mijn groot Knorretje lenen. Ik heb nog een andere knuffel’.
Kleine meisjes worden groot.

Susanne is de moeder van  Esra (4) en Rosa (2)