madeliefjes

Nesteldrang en ander leed

Karen Gezin

Nee, ik ben niet iemand die standaard tegen clichés is. Die slaan namelijk ergens op, wetenschappelijk gezien. Ik ben alleen niet altijd even goed in dooddoeners. En zeker niet als ze betrekking hebben op relaties, werk, zwangerschap of kinderen. Kan ik uren over uitweiden, maar laten we het voor nu maar bij voorbeelden over zwangerschap houden. Met stip op nummer één: nesteldrang (het wóórd alleen al, maar dat terzijde). Hoewel ik soms zeer sociaal wenselijk kan meekletsen, ging dat er bij mij niet in als dit begrip uit het zwangerschaps-ABC ter sprake kwam. Bijvoorbeeld zo:
– “Nog wat leuks gedaan dit weekend?”
– “Ja, met mijn schoonmoeder op stap geweest voor babyspullen.”
– “Oh meid, héérlijk. Echt al last van nesteldrang dus.”
– “Ehm, volgens mij valt dat op zich wel mee. Ik ben nu tenslotte dertig weken zwanger en dan lijkt het me in elk geval praktisch het een en ander in huis te halen. Als je dat nesteldrang wilt noemen; dat mag. Mij lijkt het, naast het feit dat ik het leuk vind om tussen de babyspullen te neuzen, vooral nut en noodzaak. Met één rompertje komen we niet ver.”
– “Ja, ja.”
En dan gevolgd door een alles zeggende blik van ‘wacht-jij-maar-af-meisje-straks-hoor-je-ook-bij-de-club’. Helaas was het toen nog niet helemaal klaar. In de zwangerschapsboeken staat tenslotte ook nog zoiets als je bekken (waar ongetwijfeld veel vrouwen serieus last van zullen hebben -zo had ik halverwege last van een niersteen, zeker geen pretje – maar ik was toevallig vrij van bekkenpijn). Dus toen ik na het gesprekje ietwat moeilijk opstond en half hinkelend wegliep, was er geen ontkomen meer aan:
– “Nou meid, heb je zo’n last van je bekken? Vervelend hoor. Op hoeveel weken zei je nou dat je zit? Dertig? Neem je wel voldoende rust? Hoort er helemaal bij hoor. Gewoon wat meer uit handen geven. Mag hè, als zwangere dame. Pas maar op, straks krijg je nog….”
– “Ik ben nogal door mijn enkel gegaan.”
– …”bekkeninstabiliteit. Dat heeft mijn zus ook…”
– “Ik heb helemaal geen last van…”
– …”gehad. Nou, die moest wekenlang echt kalm aan doen. Tja, je krijgt het…”
– “Ik heb helemaal geen last van mijn bekken, het is mijn enkel! Ik ben in een gat gestapt en dus is mijn voet twee keer zo dik als normaal. En begin niet over vocht, dit is duidelijk een kneuzing. Géén directe link met een zwangerschap dus. Noem weker wordende delen als oorzaak; prima. Of meer uit balans door dikkere buik; dat zal wel. Wat mij betreft is de reden gewoon te omschrijven als ‘onhandige gans die niet uitkijkt’, net als de vorige zes keer de afgelopen tien jaar.”

Tja…en dan kun je dit soort reacties van mij vanzelfsprekend toeschrijven aan dé overkoepelende schuldigen waar je alles mee kunt sussen: de zwangerschapshormonen. Ook zo’n term die te pas en te onpas wordt gebruikt voor…alles eigenlijk. Inclusief de negen maanden ontzwangeren natuurlijk (dat woord rekent de spellingcontrole niet eens goed). Ruim gerekend heb ik dan nog zo’n twee maanden te gaan. Helaas voor mijn omgeving vrees ik dat ook na deze acht weken niet alleen maar glimlachend zal knikken tijdens soortgelijke gesprekken. Gelukkig zijn we dan weer geholpen met de ruime definitie van ‘de tijd van de maand’…

Karen is de moeder van June (geboren 23 november 2011)