mama sporten

Relaxte moeder

Gastblogger Gezin

Toen ik klein was, stootte ik me aan punten van kasten, struikelde over mijn losse veters…  Tot groot verdriet van mijn moeder. Als ik weer ergens tegenaan was gebotst, snelde mijn moeder naar me toe met een natte washand. Ze knuffelde me vervolgens van top tot teen.‘Pas op je hoofd,’ riep ze wel een paar keer per week. ‘Je hoofd, je hoofd’. Heb je mijn moeder weer, dacht ik dan, overdreven gedoe. Zo ga ik echt niet doen als ik later kinderen krijg.

Nu ben ik dus zelf moeder. Als mijn dochter van drie bijvoorbeeld een sneetje aan haar vinger heeft ter grootte van een mier, is het in haar beleving een olifant. De hele wereld moet er naar kijken. ‘Kijk dan, papa, mama, opa, oma en buurvrouw’. Natuurlijk geef ik haar altijd even een knuffel en een zoen op de zere plek. Maar ik wil de regie houden over deze toneelstukjes. En zeker niet zo reageren als mijn eigen moeder.

Ook Niek, ons zoontje van ruim anderhalf, bezeert zichzelf bijna dagelijks. In tegenstelling tot zijn zus die dromerig en onhandig van aard is, is hij watervlug en alert. Hij bezeert zich vaak omdat hij echt alles wil ontdekken. En door zijn turbomotortje dat nooit stilstaat en hem overal in uptempo naartoe brengt. (Lijkt meer op zijn vader). Ach, da’s Niek weer; viel over een blokje, stuiterde van het hobbelpaard of rende weer eens te hard door de kamer.  Opgroeien gaat gepaard met vallen en opstaan. Ik ben een stoere moeder, ik kan heel wat hebben.

Tot gisteren, toen viel ik keihard van mijn eigengebouwde voetstuk! Gisteren hoorde ik mijn dochtertje keihard gillen vanuit de tuin. Ik wist niet hoe snel ik bij haar moest komen. Tilde haar zo snel mogelijk op en wilde niet loslaten. Durfde bijna niet te kijken naar haar opgezette bovenlip die maar bleef bloeden. Ik trilde over mijn hele lijf. En was zelfs bang dat er een scheur in haar huid zat. Moest ik nu 1-1-2 bellen?  Na minuten treuzelen kwam ik, stoere niet-snel-van-mijn-stuk-te-krijgen moeder, in actie met natte washandjes. Een tand door de lip en een fikse snee daarboven. Dit constateerde ik toen we beiden iets rustiger waren geworden. Mijn dochter bleek over een steen in de tuin gestruikeld te zijn. Na wat vochtige lappen en een waterijsje op de zere plek later, gingen we toch even langs de huisarts. Je weet maar nooit.

Amber vond het prima, als haar knuffel Tommie maar meemocht. We verlieten de dokterspraktijk met een vleeskleurige pleister onder haar neus. Meer konden ze niet voor ons doen. Mijn wangen kleurden lichtrood en ik liep in versnelde pas weg, mijn dochter bungelend aan mijn hand. ‘Sorry hoor, ik ben gewoon een bezorgde moeder,’ zei ik nog snel tegen de doktersassistente voordat ik de deur sloot.  Wat een bekentenis. Dat ik dat nog eens zou durven zeggen in het openbaar.  Mijn moeder kan trots op me zijn.

Marion is de moeder van Amber (3) en Niek (1,5)