jongetje rode bril

Sociaal monster

Linda Gezin

Supergrappig, bij het kind van een ander. Max heeft onder het kopje ‘identiteitsontwikkeling bij 3jarige’  de zin  ‘Nee, ik hoef niet’ gevonden en uit zijn hoofd geleerd. Heel knap. Hij is zich zeer bewust van zijn eigen mening, en kan dat dus ook nog eens fatsoenlijk in een 4-woord-zin duidelijk maken. Regelmatig klinkt ook: ‘Nee, dank je.’ Als het hier nu ging om een antwoord op de vraag: ‘Max, wil je een koekje?’ dan zou je steil achterover zijn gevallen van zo’n net opgevoed kind, en buigend en wuivend langs het huis van zijn ouders zijn gewandeld.

De eer is echter onverdiend, de vreugde slechts schijn. Het welgemanierde ‘nee-dank-je’ wordt namelijk ingezet als misplaatste reactie op oproepen als: ‘Max, aan tafel, we gaan eten!’ of ‘Hé, jij stinkt, zeg dat nou eens eerder. Kom, even schone luier!’ of ‘Max, geef Luuk ook eens een koekje’. En ´Nee, ik hoef niet´ is gewoon een ordinair luie reactie op de oproep op te ruimen of ‘eindelijk bij dat Thomas-schap weg te gaan voordat de Intertoysmevrouw denkt dat je thuis geen speelhoek hebt’.

Super grappig voor de omgeving, zo’n bijdehand antwoord, maar hij haalt hiermee al míjn bloed onder míjn nagels vandaan, en laat het dan weer vervoeren naar míjn hoofd.

Met het opvoedboek dicht onder m´n neus geplakt kan ik nog net voldoende relativeren om hem niet op al onze behangloze muren te plakken. Maar op minder-meta-momenten roep ik woest uit: ‘Het is geen vraag!’ (‘Is wél vraag!’) of andersoortige uitingen van ongecontroleerd ouderschap.

De noodzakelijke en grensverkennende opstandigheid uit zich helaas in over-herkenbaar consumptief gedrag.’t Is net een echt mens. ‘Wil je wat geven voor huppeldepup? Nee, dank je’. ’Hé, misschien moet je eens bij die en die op bezoek gaan. Nee, ik hoef niet.’ Het is geen vraag!

Dáárom draai ik z’n oren alle kanten op, daarom voel ik me af en toe een gillende keukenmeid. Omdat ik bang ben dat hij een echt mens wordt, van nature gek op spiegels, niet op ramen. Of omdat ik dat non-coöperatieve, zelfgerichte gedrag gewoon mega irritant,  lastig, ondankbaar, frustrerend, slopend, liefdeloos en asociaal vindt!

Maar soms is daar dat glimpje licht aan het eind van de tunnel, dat tipje van de (s)luier die even opwaait, dat voorzichtig neigt naar een verandering richting de meer omgevingsgerichte fase. Heel even. Als het 6 uur is en iedereen eindelijk gedwongen frisgewassen zijn plek heeft ingenomen rondom de borden, slabbers en biertjes, klinkt daar steevast de supersociale rondvraag: ‘Lekker werkt, papa? Ist lekker, Luuk? Ist lekker papa?’

‘k Heb nog geen hap gehad!’ sputtert een druk prakkende papa, maar tegelijk werpt hij een glunderende blik naar de overkant. Wat een sociaal monster! Voorlopig gaat de sociale liefde toch vooral door de maag. Wil je nog ’n koekie, monster van me? Ja, lekker, dankje! 🙂

Linda is de moeder van Max (5), Luuk (4) en Kyan (1)