Mijn mobiel gaat af, geërgerd neem ik op, “Ja met mij”, hoor ik aan de andere kant. Het is Kim; “Zullen we gaan sporten”.? “Oh nee, sporten is een vloekwoord”, roep ik.
Mijn hele leven heb ik al een haat-liefde verhouding met sporten.
Het verschil met nu en vroeger is, dat ik nu een kind heb gebaard en daardoor meer vetweefsel heb. Voor Roosje was ik vrij strak. Ik had een beetje een buikje, maar dat was eerder schattig dat overmatig. Nu ben ik al sinds september gechoqueerd. Een foto heeft dit veroorzaakt. Een foto van mij op het strand in frankrijk met een badminton racket in mijn hand ( bewegend dus).
In een vlaag van verstandsverbijstering zeg ik “Ja”. Afgelopen dinsdag was het zover. Om acht uur bij de sportschool. Om kwart voor zeven vloog ik het kinderdagverblijf uit, gehaast fietste ik naar huis. Ik had al nagedacht over mijn outfit. Dat zit wel goed, ik heb zoveel fitness outfits door de jaren heen verzameld. Om half acht drentelde ik de trap op. Ik trok mijn eerste outfit uit de kast. Mwah, dat zit niet meer zo prettig als eerst. Met het beeld van vroeger in mijn hoofd liep naar de spiegel. Ik gilde en verschrikt trok ik het shirt uit. Zo ging dat nog even door met alle outfits die ik in mijn kast terugvond.
Ook kwam ik tot de conclusie dat ik echt niet mijn versleten bankpak aan kon doen. Snel trok ik de gezamenlijke sokkenlade open van mij en Len. Ik heb namelijk geen sokken. Ik trek altijd die van Len aan. Je begrijpt het al, lange zwarte sokken staan niet zo chic onder mijn outfit. Gehaast ren ik om 5 minuten voor acht het huis uit, zonder sokken, met uggs aan, met een te strakke outfit.
Onwennig sta ik, te laat aan de verkeerde deur van de sportschool te rammelen. Een meisje verwijst me naar de andere deur. Gehaast vervolg ik mij weg naar boven waar Kim al de inschrijftafel heeft gevonden. Na gedoe met kluisjes, getrek aan mijn shirt, vinden we de sportzaal. Nadat heel charmant mijn vetpercentage is gemeten komt er een fietstest aan te pas.
Kim bestijgt haar fiets en probeert met alle geweld haar zadel op de juiste hoogte te krijgen. Het zadel knalt naar beneden en verschrikt zit ze als een te groot kind op een te kleine fiets. De lachkriebels komen omhoog. Na ongeveer 50 seconden gilt ze dat haar spieren verzuren. Stoer fiets ik verder en gooi er nog een level tegenaan. Na 50 minuten houden we het voor gezien. Mijn initiatief overigens. Misschien toch iets te hard van start gegaan. Positief en vol goede moed kruip ik achter het stuur. Wat begon als een impulsief, chaotisch avontuur eindigt helemaal “zen” in de auto.
Ilse is de moeder van Roosje-Jane (1) en eigenaresse van kinderdagverblijf de Boomgaard.