Als ik een politieauto zie, breekt het zweet mij uit. Dat komt omdat ik, stom stom, nooit mijn rijbewijs bij me heb en ik weet dat je daarvoor een hoge boete kunt krijgen. Gek genoeg wordt er bij een aanhouding nooit om mijn rijbewijs gevraagd en dus vind ik het alleen maar grappig.
En: gek genoeg weet ik een aanhouding altijd van tevoren te voorspellen. Zoals een tijdje terug.
Het was een warme zomernacht en ik moest mijn moeder naar huis brengen. Ik liep slechts in een oud, flodderig tuinpakje en ik twijfelde of ik even iets anders aan zou trekken.
‘Ah, jo! Niemand ziet dat op dit uur!’, zei mijn moeder.
‘Maar wat als ik word aangehouden door de politie?’, wierp ik tegen. Gezeur volgens mijn moeder, dus ik stapte de auto in.
Ik was niet verrast toen ik op de terugweg in mijn achteruitkijkspiegel las:
STOP POLITIE
Ik geloof niet dat ik eerder zo hard gevloekt heb.
No way dat ik in dat blote flodderding, midden op de randweg, uit de auto zou stappen! Heel brutaal reed ik dus door naar mijn huis, de politieauto reed achter me aan.
‘We doen gewoon wat controles hier en daar’, verklaarde de agent de aanhouding, nadat ik uit mijn auto was gestapt en voor hem stond. In het felle licht van de koplampen van de politieauto, halfnaakt, op blote voeten en met een knalrood hoofd.
‘We zien al dat alles in orde is, hoor’, zei hij vriendelijk.
Uiteraard: weinig plek om een pistool te verstoppen of een kilo hasj.
‘Ik hoef niet te blazen? Geen rijbewijs laten zien?’, vroeg ik voor de zekerheid.
Nee, dat hoefde niet, het was prima zo. Nadat ik thuis van de schrik was bekomen, kon ik er wel om lachen. Ik denk dat dat ook voor die agenten gold.
Gisterenavond had ik ook het gevoel dat ik aangehouden zou worden. Ik reed een bocht om en dacht, zonder enige reden: ‘Ik word aangehouden zo meteen!’
En ja hoor, aan het einde van de laan stond een politieauto. Ik reed ze voorbij, maar moest voor het stoplicht wachten. Ik was niet verrast toen de auto plots in beweging kwam en één van de dienders een paar ogenblikken later op mijn raampje tikte.
‘Parkeert u zo dadelijk even bij de bushalte?’, vroeg hij streng.
Ik deed gedwee wat me werd gevraagd en bedacht koortsachtig hoe ik onder een boete uit kon komen wegens geen rijbewijs.
Bij de bushalte zei de agent: ‘Uw remlicht doet een beetje raar. Stap maar uit, dan laat ik het zien.’
Opgelucht haalde ik adem, geen rijbewijscontrole dus.
‘En dan ga jij er met mijn auto vandoor zeker?’ Ik beet meteen op mijn tong, wat een stomme opmerking! Gelukkig kon meneer agent er wel om lachen.
‘Zie ik er zo onbetrouwbaar uit?’
Ik stapte maar uit mijn auto, met die betrouwbaarheid zat het volgens mij wel goed.
‘Ja, sorry, maar iedereen kan wel zo’n mooi uniform aantrekken.’
‘En uiteraard heb ik voor de gelegenheid ook zo’n mooie politieauto paraat!’
Daar had hij een punt.
Hij jatte mijn auto niet, liet me netjes zien waar het mankement zat en wenste me daarna nog een fijne avond.
‘Mag ik hiermee gewoon verder rijden?’, vroeg ik voor de zekerheid.
‘Als je een rijbewijs hebt wel, ja’, lachte hij. Hij hoefde hem gelukkig niet te zien.
Hoewel ook deze aanhouding wéér geen boete tot gevolg had (en geloof me, dit waren niet de enige twee, ik zou zo nog drie blogs over de politie kunnen schrijven), heb ik me voorgenomen om in ieder geval een kopie van mijn rijbewijs in mijn auto te leggen. Want eens zal de dag komen dat ik echt dat roze papiertje moet laten zien. En als ik dat dan niet kan, dan vind ik de politie waarschijnlijk ineens niet zo grappig meer.
Jet is de moeder van Antonie (9) en Josefien (7) en freelance eindredacteur/ schrijfster. Voor meer informatie www.jetekst.nl